Gewasbeschermingsmiddelen komen in het oppervlaktewater terecht door bijvoorbeeld het meespuiten van het sloottalud of het verwaaien van de stoffen. Hoe beter de driftreducerende spuittechniek, hoe groter de strook land waar op geteeld mag worden. Voor de telers is het dus van groot belang om voor het planten van het gewas rekening te houden met de teeltvrije zone langs het oppervlaktewater. Als de teeltvrije zone te smal is, dan kan het hoogheemraadschap een deel van het gewas laten verwijderen.
Het hoogheemraadschap adviseert:
- Hanteer voldoende teeltvrije zone, zodat middelen niet in de sloot belanden;
- Gebruik alleen toegelaten gewasbeschermingsmiddelen;
- Pas de wettelijke gebruiksvoorschriften toe;
- Gebruik een kant- en driftarme dop bij de spuittechniek;
- Zorg voor drukregistratie op de veldspuit.
Drukregistratie op veldspuiten
Vanaf 2020 handhaaft het hoogheemraadschap op het gebruik van een drukregistratiesysteem op veldspuiten. Bij het gebruik van driftarme spuitdoppen bij een spuitdruk van 3 bar of hoger, en voor spuitapparatuur met een aanvullende driftreducerende techniek, is echter geen drukregistratie vereist. Ook als de teler een dubbele teeltvrije zone aanhoudt is een drukregistratie niet nodig.
Schoon oppervlaktewater
Gewasbeschermingsmiddelen die 'ziekte en zeer' tegengaan in de diverse gewassen, bestrijden ook het slootleven en verstoren de voedselketen. Het is daarom belangrijk dat telers duurzaam omgaan met de middelen, ook voor de eigen bedrijfsvoering. Het Rijk toetst voortdurend de effectiviteit van maatregelen, waaronder het Activiteitenbesluit milieubeheer. Daarin zijn voorwaarden opgenomen om het oppervlaktewater tegen gewasbeschermingsmiddelen te beschermen. Als de waterkwaliteit in sloten achterblijft, kan dit invloed hebben op de teeltvrije zone. Deze zone wordt groter of het gebruik van bepaalde middelen wordt verboden. Wie vragen heeft over maatregelen voor de open teelt kan contact opnemen met de toezichthouders via handhaver@hhnk.nl of via het algemene nummer 072-582 8282.
Bij de bedrijfsbezoeken en de contacten met agrariërs nemen medewerkers van het hoogheemraadschap de richtlijnen van de Rijksoverheid en het RIVM is acht: we houden het bezoek zo kort mogelijk, geven geen handen en houden minstens anderhalve meter afstand.