BERGEN - Met elkaar gebruiken we op dit moment veel te veel materialen en gooien we producten na gebruik vaak weg. Dit zorgt voor een zware belasting op ons klimaat en uiteindelijk ook voor een tekort aan grondstoffen. Dat kan anders! Gemeenten, partners en inwoners uit de regio denken samen na over hoe een deel van het ‘afval’ dat wordt ingeleverd bij de milieustraten hergebruikt of gerepareerd kan worden.
Elke week brengen inwoners tienduizenden kilo’s meubels, elektrische apparaten, hout, metalen en textiel naar de milieustraat of ‘gemeentewerf’. Een deel daarvan zou best opnieuw gebruikt kunnen worden. Maar hoe en met wie organiseer je dat op een slimme manier? Woensdagmiddag 28 april kwam een uiteenlopende groep instellingen en inwoners samen om hierover na te denken. De deelnemers gingen aan de slag met vragen als: Kan de milieustraat van de toekomst een inzamelpunt voor herbruikbare en repareerbare goederen worden? Welke instellingen en ondernemers zien business in die goederen? Hoe kunnen we partners in alle kernen van de vier gemeenten op dit netwerk aansluiten?
Doelstellingen, capaciteiten en ideeën verzameld
Na een welkomstboodschap van wethouder Jelle Brouwer uit Uitgeest en wethouder Peter van Diepen uit Heiloo werden doelstellingen, capaciteiten en ideeën van de deelnemers verzameld. Door te benoemen wie wat in huis heeft in relatie tot de circulaire economie ontstond meteen al een eerste aanzet tot samenwerking tussen een aantal partijen. Vanuit kleinere ondernemers komt vooral de vraag voor tijdelijke ateliers en een galerie voor de verkoop van circulair producten in de gemeente naar voren. De groep heeft het plan de komende maanden nog twee keer samen te komen om te kijken hoe een netwerk rondom hergebruik en reparatie kan ontstaan in de regio. En wat daar nog voor nodig is en welke partners of bouwstenen nog ontbreken.
Een veelheid aan instellingen die een belangrijke rol kunnen spelen
Wethouder van Diepen: “We hebben in onze gemeenten een veelheid aan instellingen, denk aan de GGZ met werkplaatsen, maar ook lokale meubelmakers en kringloopwinkels die allemaal een belangrijke rol kunnen spelen om meer goederen te gaan hergebruiken en repareren. Vooral als we daarin samen gaan optrekken”.
Wethouder Brouwer: “Idealiter creëren we een centraal inleverpunt in de gemeenten en bouwen we een netwerk met spin-offs in alle kernen. Denk aan werkplaatsen voor onderwijs en het opknappen van meubels, bedrijven en winkels rondom herbruikbare producten. Je kan zelfs denken aan een warenhuis met producten die een nieuw leven krijgen. Een veelbelovende ontwikkeling voor onze circulaire economie en het klimaat!”